| Author(s): | Gaignebet, C., Lajoux, J. |
| Title: | Art profane et religion populaire au Moyen Age |
| City: | Vendôme |
| Year: | 1985 |
| Page details: | p. 219 |
| Author(s): | Steppe, J.K. |
| Title: | Wereld van vroomheid en satire: laat-gotische koorbanken in Vlaanderen |
| City: | Kasterlee |
| Year: | 1973 |
| Page details: | p. 134 |
| General remarks: | Steppe verklaart het tafereel als volgt "Men mag het beschouwen als een satire op de dwaze ijdelheid. Het personage kan vergeleken worden met de populaire middeleeuwse figuur van de alchemist, die de natuur geweld wil aandoen en op zoek gaat naar de steen de wijzen. De lantaarn wijst op het onverdroten en naarstig speurwerk; de blaasbalg wordt aangewend om het vuur aan te wakkeren, in de blijde hoop dat de begeerde steen door de hitte te voorschijn zal komen. In feite betreft het hier dus een hersenschimmig en ijdel opsporingswerk, waardoor men niet alleen zijn tijd doch ook zijn geld verliest. Dit wordt door de blaasbalg bij het blote zitvlak nog onderstreept: het is al wind!". Gaignebet en Lajoux interpreteren deze voorstelling als een dans van de soufflacul, zie pp. 218-219 |